Op 17 juni 2025 vond de elfde landelijke dag van het programma Circulair Terreinbeheer (CT) plaats in Apeldoorn. Het thema ‘Praktijkvoorbeelden die écht werken’ trok ruim vijftig deelnemers uit verschillende sectoren, ondanks de landelijke treinstaking. Ze deelden hun ervaringen en ideeën over het circulair benutten van groene reststromen uit het beheer van terreinen en watergangen. Een impressie…
Ochtend: praktijkbezoek
Een aantal deelnemers bezocht ‘s ochtends zuivelboerderij De Brummenaer in Brummen en een proefveld van het project LIFECO2SAND in Hall. Met veel enthousiasme vertelde Jan Willem Breukink hoe hij zijn bedrijf liet groeien door extensivering: van 180 naar 120 koeien. Hij is bezig met agroforestry en onderzoekt welk effect verschillende soorten compost hebben op de bodem. Daarbij gaat de aandacht uit naar de kwaliteit van de organische stof, het waterbufferend vermogen en de omvang en samenstelling van het bodemleven. Daarnaast volgt hij de grasgroei, met oog voor wortelontwikkeling, opbrengst en het effect van compost in combinatie met drijfmest.
Bij een proefveld in Hall vertelde Ruud van Uffelen over het gebruik van sediment als bodemverbeteraar. Hij legde uit waarom daarvoor is gekozen, wat erbij komt kijken en welk effect het heeft. Een cruciale factor bij het circulair toepassen van sediment is een goede afstemming tussen vraag en aanbod van grondstromen.

Middagprogramma met werksessies
De rest van het programma vond plaats in het stadhuis van Apeldoorn, waar de deelnemers konden kiezen uit verschillende verschillende interactieve werksessies.
Kennisprogramma Circulair Terreinbeheer
Tijdens de sessie presenteerden WUR, HAS en Van Hall Larenstein de resultaten van hun onderzoek naar de werking en effecten van lokaal geproduceerde bodemverbeteraars. De resultaten tonen aan dat deze producten, met de juiste kwaliteitsborging, veilig toepasbaar zijn en kunnen bijdragen aan de bodemkwaliteit. Er zijn geen negatieve effecten gevonden. Lees meer…
Bokashi in Rotterdam: blad als bodemverbeteraar
Rotterdam onderzoekt in een pilot of gefermenteerde bladresten (bokashi) de stedelijke bodem kan verbeteren. Bokashi wordt jaarlijks als mulchlaag aangebracht in plantvakken door de stad, onder meer in Hoogvliet en het Vroesenpark. Uit de monitoring blijken positieve resultaten: bokashi heeft bijgedragen aan bodemverbetering, met minder onkruid en betere groei van planten. Lees meer…
BAES Berm Als Een Service: van maaien naar oogsten
Tijdens de sessie ging Daan van Schijndel van Krinkels in op circulair bermbeheer in de praktijk. Krinkels beheert veel openbaar groen, zoals bermen en taluds, en ontwikkelde een maaizuigmachine die gras maait, zwerfafval scheidt en beide direct in bigbags afvoert. Zo kan bermmaaisel efficiënt als schone grondstof worden ingezet, terwijl zwerfafval correct wordt afgevoerd. Lees meer…
De bodem als beginpunt van de kringloop
Pieter van der Valk, agrariër en oprichter van Agricycling, vertelde hoe de bodem het vertrekpunt is voor kringlooplandbouw. “De bodem is van nature een recyclingsysteem. Door dat serieus te nemen, kun je integraal werken aan klimaat, stikstof, bodemkwaliteit, hergebruik én CO₂-opslag,” aldus Pieter. Samen met zo’n 200 collega-boeren in Friesland richtte hij een coöperatie op die reststromen zoals bermgras en slootmaaisel verwerkt tot hoogwaardige CMC-compost. Lees meer…
Grip op Grond
In Gelderland is veel potentie om grondstromen slimmer te benutten. Dat kan kosten, uitstoot en transport verminderen én bijdragen aan circulaire gebiedsontwikkeling. Tijdens de sessie “Grip op Grond” benadrukte Ruud van Uffelen dat er genoeg schone grond is, maar dat vraag en aanbod vaak niet op elkaar aansluiten. Hij pleitte voor een digitaal platform, waarin vraag en aanbod op kwaliteit en timing worden gekoppeld. Dat vraagt om samenwerking, duidelijke afspraken en juridische ruimte. “Het kan, maar je moet het wíllen organiseren,” aldus Ruud. Download presentatie
Slot van de dag
Aan het eind van de dag keken sprekers en deelnemers terug op wat er is opgebouwd. Wat begon met enkele pioniers, is uitgegroeid tot een brede beweging waarin beleid, praktijk en onderzoek samenkomen. Met het gezamenlijke verzoek om einde-afvalstatus is ook het gesprek met het ministerie op gang gekomen. Nu is het tijd om door te pakken, samen te werken en voort te bouwen op wat er ligt—zodat het circulair inzetten van groene reststromen vanzelfsprekend wordt.
Kennis vasthouden én gebruiken
Veel kennis is er al, maar zit nog in hoofden en losse bestanden. Die moet gedeeld worden, op een manier die ook werkt in de praktijk. Zoals een van de deelnemers zei: “Je moet niet willen dat iedereen straks 600 pagina’s moet lezen.”
