De digitale Circulair Terreinweek die plaatsvond in november 2020 was zeer geslaagd. Dagvoorzitter Frans Scheepens van Green Change: ‘Er zat een mooie lijn in het meerdaagse digitale programma en er is heel veel werk verzet. Zaadjes die op maandag werden geplant, werden tijdens de afsluiting op donderdag al geoogst.’ 

Maandag: inspirerende digitale start

De aftrap van de CT week startte met vijf workshops: 1) Van kennis over risico’s naar nieuw beleid, 2) Beleidsmatige ruimte voor CT, 3) Het kennisprogramma CT, 4) Leer mij jullie les voor Organische Stadsstromen en 5) Een robuuste bodem onder de Sustainable Development Goals. Frans Scheepens vertelt: ‘Het waren informatieve workshops, waarin veel besproken is. Sommige thema’s kwamen later in de week terug, zoals Organische Stadsstromen, de rol van pilots bij het kennisprogramma en het ‘lonkende perspectief’ van Maaisel als voortgezet gebruik.’

Ter afsluiting van de maandagmiddag vertelden Herman Walthaus van IenW en Jessica Thio van LNV welke route zij volgen op weg naar nieuw beleid. Herman Walthaus: ‘Tijdens de laatste ‘live’ bijeenkomst van CT in 2019 te Kootwijk hebben we een aantal voorwaarden benoemd voor circulair beleid. Het moet bijvoorbeeld een breed draagvlak hebben en gebaseerd zijn op kennis en praktijkervaringen. Verder is een juridische basis nodig en moet het beleid uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. En natuurlijk moeten het milieu en de gezondheid voldoende worden beschermd.’

Om de weg naar nieuw beleid te effenen, moeten we risico’s beheersen en zorgen voor gedegen kwaliteitsborging. De ervaringen uit de pilots en de kennis uit wetenschappelijk onderzoek leveren ons de bagage daarvoor. Concreet hebben we afgelopen jaar gewerkt aan een Checklist Kwaliteitsborging en een Kennisprogramma. Verder werken we aan beleidsmatige en juridische vragen. Hoe kunnen we bijvoorbeeld af van de Afvalstatus die er nu nog aan maaisel kleeft? En hoe gaan we om met de Mestwetgeving? Om dit soort vragen te beantwoorden moeten we de risico’s goed in beeld hebben. Juist daarom is het Kennisprogramma zo belangrijk!’

Dinsdag en woensdag: aan het werk met de pilots!

Op maandag en dinsdag voerden het programma CT en Wageningen University Research (WUR) 25 gesprekken met bij het kennisprogramma aangesloten pilots. Na een kennismaking en toelichting op het programma CT en het Kennisprogramma, werd ingezoomd op de pilots. Welke grondstoffen worden er bijvoorbeeld gebruikt, welke producten worden er gemaakt en hoe worden deze toegepast? Vervolgens kwam aan bod hoe de pilots kunnen bijdragen en het kennisprogramma.

Donderdag: oogsttijd

Kernteam Organische Stadsstromen
De afsluitende middag startte met de presentatie van het Kernteam Organische Stadsstromen door Tessa de Haas van DuurZaamDoor (RVO). Hoewel het team al langer op kleine schaal bezig is, vormde de CT-week het startsein voor een energieke doorstart. Tessa de Haas: ‘We zien dat het onderwerp leeft en veel losmaakt. Er is veel behoefte om van elkaar te horen, te leren en af te kijken en om kennis te laten stromen. Om niet te verdwalen in de veelheid aan initiatieven, gaan we nu eerst aan de slag met het definiëren van het perspectief waarop we ons richten. Ik wil iedereen bedanken voor zijn/haar openheid en input! Niet alleen organische stromen zijn van waarde, maar ook alle mensen die er mee bezig zijn!’

Kennisprogramma: terugblik op de gesprekken met de pilots
Vervolgens blikte Paul Römkens van WUR tevreden terug op twee lange dagen: ‘Het was leuk om te zien hoeveel enthousiasme er in de pilots is om aan de slag te gaan met groene reststromen. De pilots zijn heel verschillend: qua ligging (stedelijk gebied of daarbuiten), qua grondstoffen (maaisel, maar ook blad), qua fasering (in afrondingsfase of startfase) en qua toepassing (compost, bokashi). Dat is een mooie uitdaging voor ons als onderzoekers.

Het valt op dat vooral de belangstelling voor het maken en toepassen van bokashi groot is, om verschillende redenen. Om enkele voorbeelden te noemen: een pilot in Zeeuws-Vlaanderen heeft tot doel om te testen of bodems minder gevoelig worden voor droogte als er bokashi wordt toegevoegd. In een pilot op de Maasvlakte wordt verkend of het toevoegen van bokashi helpt om bodemvorming op kale zandgrond te stimuleren waardoor het gras beter groeit en er minder verstuiving optreedt. En in pilots in stedelijk gebied wordt o.a. onderzocht of het toepassen van bokashi de onkruiddruk kan verminderen en of een met bokashi verbeterde bodem meer (giet)water kan vasthouden.
Dat bokashi zo populair is, wil trouwens niet zeggen dat de gesprekspartners compost als een mindere bodemverbeteraar zien. Ze willen vooral graag zelf bodemverbeteraars kunnen produceren, van lokale groenstromen. Dat is relatief gemakkelijk, bespaart transportkosten en sluit aan bij de kringloopgedachte.

Dankzij de gesprekken in de CT week hebben we een vliegende start gemaakt met ons Kennisprogramma. Ik vind het mooi dat we  met ons onderzoek een steentje kunnen bijdragen aan nieuw beleid en pilots kunnen ondersteunen. Overigens: het  is niet bij deze gesprekken gebleven. Na de CT week sloten er nog 30 extra pilots bij het kennisprogramma aan, waarmee we nog steeds in gesprek zijn.’

Maaisel als voortgezet gebruik
Ter afsluiting van de CT week vertelde Leon Claassen van de provincie Gelderland over het zaadje dat hij op maandag had geplant: het oprichten van de Community of Practice ‘Maaisel als voorgezet gebruik’. Hij licht toe: ‘We hebben allemaal mooie beleidsvoornemens, zoals kringlooplandbouw en duurzaam bodembeheer. Dat maaisel formeel onder de afvalwetgeving valt, past daar niet bij. Het aanvragen en verlenen van vergunningen en ontheffingen kost de pilots en de bevoegde gezagen veel tijd en energie.
Dan vraag je je toch af of er – in afwachting van nieuw beleid – mogelijkheden zijn om het toepassen van maaisel nu al eenvoudiger te maken. We hebben al zoveel kennis over kwaliteitsborging en risico’s en de huidige zorgplicht biedt veel bescherming.

Met de route ‘voortgezet gebruik’ willen we motiveren waarom maaisel dat vrijkomt bij het beheer van terreinen en watergangen geen afval is. We zijn daarover in gesprek met juristen, maar lopen op een laatste puntje vast. Zolang de producten die worden gemaakt van maaisel niet in de wet zijn gedefinieerd, is het gebruik van maaisel namelijk niet rechtmatig. Daarom zoeken we naar pragmatische oplossingen voor de korte termijn. We denken dat we hiermee ook input kunnen leveren voor de ontwikkeling van nieuw circulair beleid en de juridische discussies over de afvalstatus.’

Inmiddels hebben de nodige belangstellenden zich al gemeld. Wil je ook meedoen? Stuur dan een mail naar info@circulairterreinbeheer.nl.