In deze workshop deelde Pieter van der Valk zijn visie over hoe we tot een circulaire samenleving komen. “Raap de bal zelf op”, was zijn boodschap. Cruciaal daarbij is dat we als maatschappij anders gaan denken en handelen over de landbouw en over het recyclen van grondstoffen. De bodem staat daarin centraal.

Pieter van der Valk, agrariër en de oprichter van Agricycling, is betrokken bij het verwerken en benutten van groene reststromen als bodemverbeteraar. Deze reststromen zijn afkomstig van ‘onverdacht’ gemeentelijk bermgras. Samen met andere boeren zet Pieter zich in voor dit initiatief. Pieter: “We zijn begonnen met vier boeren in het Zuidwesten van Friesland, inmiddels zijn dat er 144 in de hele provincie. We gaan ook opstarten in Overijssel en Groningen en ook in Limburg worden initiatieven gestart. We doen dat niet zomaar, maar vanuit onze visie op circulariteit en daaraan verbonden grote opgaven waar de maatschappij voor staat.”

Visie
“Om verder te komen in de transitie, staat Nederland voor de uitdaging om ecologische en economische opgaven met elkaar te verenigen. Daarvoor moeten we als maatschappij anders naar boeren en landbouw gaan kijken. Individuele boeren worden geconfronteerd met stijgende grondprijzen en worden verantwoordelijk gesteld voor maatschappelijke opgaven, die hen geld kosten. De enige manier om daaruit te komen is om meer output te leveren. Maar uiteindelijk loopt het systeem dan vast.

Onze visie is dat landbouw beoordeeld moet worden op basis van circulariteit in plaats van puur productie. Hierbij speelt de bodem een cruciale rol, aangezien dit de enige plaats is in het ecosysteem waar recycling plaatsvindt. De boer heeft hierin een sleutelrol, die vaak wordt vergeten. Laten we de boer daarom niet alleen zien en belonen als voedselproducent, maar ook als een waardevolle schakel in het recyclen voor de samenleving. Die manier van benaderen zorgt voor een onderhandelbaar verdienmodel, dat al morgen geïmplementeerd zou kunnen worden.”

Ons initiatief
“Om het verdienmodel te realiseren, is het essentieel dat agrariërs hun zaken autonoom kunnen regelen. Dan is het een kwestie van ‘gewoon’ doen. Maar boeren kunnen het implementeren van circulair terreinbeheer niet alleen, er moeten ketens worden opgebouwd en afspraken worden gemaakt. In ons initiatief maken we gebruik van bermgras van gemeenten om gecertificeerde CMC-compost te produceren op het boerenbedrijf.

Om alles juridisch te regelen, passen we de ‘route gebruik’ toe, die in samenwerking met het programma CT is ontwikkeld. Dit houdt in dat de gemeente als bevoegd orgaan afspraken maakt over het gebruik van hun maaisel voor bodemverbetering, zodat het niet langer als afval wordt beschouwd. Enkele voorwaarden zijn dat er een keten aanwezig is, dat er zorg wordt gedragen voor de kwaliteit van de producten en dat er een gegarandeerde afname is.”
De keuze van de gemeente om deze route te volgen is werkelijk een enorme stap in de richting van een circulaire economie. Een pluim voor hen! Inmiddels zien we dat meer gemeenten in Friesland deze route volgen. Bovendien is de provincie Fryslân ook betrokken geraakt en gaat zij aan de slag met het organiseren van het eigenaarschap van de keten en met de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur. Dit toont aan dat steeds meer stakeholders zich inzetten voor deze belangrijke transitie.”

Tenslotte
Het toekomstbeeld van Pieter is dat voor elke individuele bodem een op maat gemaakte bodemverbeteraar wordt samengesteld, gebaseerd op factoren zoals bodemsoort, gewas, bodemleven, enzovoort. “Misschien kunnen de huidige composteerders een rol spelen bij het realiseren van dit idee. Ik zou hierover graag met hen in gesprek willen en willen samenwerken.”

Link naar presentatie